Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoor Gij dan uit den hemel, en [25]doe, en richt Uw knechten, vergeldende den goddeloze, gevende zijn weg op zijn hoofd, en rechtvaardigende den rechtvaardige, gevende hem [26]naar zijn gerechtigheid. 25. Te weten, naardat uw gerechtigheid ten aanzien van zijn eed en de zaak vereist. Zie 1 Kon.8:31, en in 1 Kon.8: de verklaring van enige dingen hier volgende. 26. Versta, naar de gerechtigheid zijner zaak, die hij met de mensen heeft uitstaande, en niet naar de gerechtigheid zijns persoons, die niemand zo heeft dat hij voor God zou bestaan kunnen, Ps.130:3, en Ps.143:2.